Herinnering

Herinnering

Zomaar een doordeweekse dorpsschooldag:
eerst één, dan twee, dan een derde als bij een dominogebeuren:
mijn buurjongens en ik op weg naar school,
lacherig, grappen en grollen,
ravottend en zingend,
pas ingestudeerde liederen van ons jongenskoor.

Het laatste stuk naar de lagere school
altijd via de “Zwarte Weg”,
een landweg van mijnafval dat bij zware regenval
in zwarte smurrie veranderde,
aan je schoenen kleefde als gore kauwgom.

Dan – onvermijdelijk – ons sacrale schoolgebouw:
in rode baksteen, gemetseld in doordeweekse angst,
met hoge ramen, deels glas-in-lood,
voor gefilterd daglicht in alle lokalen,
een lijdende Christus waar je ook maar keek,
God was ten slotte overal en alwetend.

Door een ronde poort het schoolplein op,
omgeven door hoge, bakstenen muren
zodat we de meisjes aan de andere kant
niet konden zien; zij steeds weer bewaakt
door zwart omhulde nonnen
met afgestorven gelaatstrekken.

Al die ronddravende jongetjes,
krijsend, roepend, gillend, ruziënd
tot er plots een zwaar belgeluid weerklonk:
het Schoolhoofd.

In een oogwenk werd het onontwarbare kluwen jongens
tot een reeks smalle rechthoeken
van kaarsrecht in de rij staande leerlingen,
blikken op oneindig,
een laatste gelegenheid voor een eigen gedachte of mijmering.

Vanaf de Tweede Bel van het Schoolhoofd
zoemde een doodse stilte en gingen rijen pinguïns
op weg naar hun lokalen.
School was begonnen
en mijn “ik” opgeborgen.

Januari 2016 Geschreven in het kader v/d nationale Gedichten Dag, met als thema herinnering